Uitspraak Hoge Raad 14-02-2020 commerciele waarde afstorten pensioen

De hoofdregel is dat de commerciële waarde van pensioen in eigen beheer en dekkingstekort moeten worden beoordeeld naar de datum waarop het recht op pensioenverevening (en eventueel het recht op bijzonder partnerpensioen) en het recht op externe uitvoering ontstaan (datum einde huwelijk of geregistreerd partnerschap). Omdat de externe uitvoering in de praktijk veel later wordt gerealiseerd, oordeelde de Hoge Raad dat de commerciële waarde van de pensioenen en eventueel dekkingstekort moeten worden bepaald op de datum waarop externe uitvoering feitelijk wordt gerealiseerd. In deze zaak oordeelde de Hoge Raad in het kader van verfijning van deze hoofdregels dat indien het aan de vereveningsplichtige (de DGA) valt te verwijten dat dekkingstekort oploopt, van de datum waarop het uiteindelijk dan toch tot externe uitvoering komt moet worden uitgegaan, zodat het tekort voor risico van de DGA komt. In casu was het voor externe uitvoering van de rechten van de vereveningsgerechtigde benodigde bedrag in hoger beroep veel hoger vastgesteld dan in eerste aanleg. Omdat het hogere bedrag ten tijde van het eindigen van het huwelijk had kunnen worden opgebracht, kwam het afnemen van het beschikbare bedrag voor risico van de DGA. Lees de volledige uitspraak: https://bit.ly/3a4dNhv.